Het orkest 

Door Johannes Leertouwer, mei 2021.

In het project rond mijn promotieonderzoek naar de negentiende-eeuwse uitvoeringspraktijk van de orkestmuziek van Johannes Brahms heb ik een werkwijze ontwikkeld, die ik ook wil hanteren in de projecten die ik in de komende jaren zal opzetten vanuit de Stichting Johannes & Friends. De uitgangspunten:

  • Musiceren op basis van eigen onderzoek naar de historische uitvoeringspraktijk. Geen poging tot reconstructie van een historische werkelijkheid, maar modern historisch geïnspireerd musiceren.
  • ‘Side by side’ musiceren door musici uit drie generaties: ervaren top-professionals; jonge professionals en studenten.
  • Het orkest als laboratorium; kennis en ervaringen worden actief gedeeld, ideeën en onderzoeksresultaten worden in de praktijk ontwikkeld en toegepast.
  • Een nieuwe manier van leiding geven en een nieuwe opvatting van de functie van de dirigent. Musiceren op basis van gedeelde argumenten. Ego-loos leidinggeven.

Met het orkest wil ik, net als ik dat in de afgelopen jaren heb gedaan, een zeer hoog uitvoeringsniveau realiseren en het profiel van een opleidingsinstituut verder ontwikkelen.

Andere factoren die een rol spelen in de werkwijze

Bezettingsomvang. Het is mijn overtuiging dat een orkest geen mechaniek is met de musici als radertjes, maar een collectief van individuen. Mijn ideaal om een orkest te maken waarin iedereen gehoord wordt. Een belangrijke factor is daarbij de bezettingsomvang. De bezetting van mijn orkest in symfonisch repertoire is altijd klein in vergelijking met veel reguliere orkesten. Gemiddeld is de omvang rond de 45-55. Dit was ook de omvang van het legendarische hof orkest in Meiningen, waarmee bijvoorbeeld Brahms graag en veel werkte. Een kleine symfonische bezetting maakt het mogelijk om de musici als herkenbare individuen ruimte te geven.

Dirigent. In de dagelijkse praktijk van orkesten is vaak weinig tijd voor uitwisselen van argumenten. Dat is een feit met consequenties, want een musicus die vanuit een gedeelde overtuiging en op basis van gedeelde argumenten speelt, klinkt anders dan een collega die aanwijzingen opvolgt van een autoriteit, hoe verheven die autoriteit ook mag zijn.
In mijn promotieonderzoek naar de negentiende-eeuwse uitvoeringspraktijk van de orkestmuziek van Brahms, heb ik een manier gevonden om kennis te delen met een orkest.  Via filmpjes, toelichtingen en workshops heb ik mijn onderzoeksresultaten gedeeld met de musici in de aanloop naar de projectweek. Kennis is macht. Gedeelde kennis is gedeelde macht en dat is goed voor het creatieve proces en voor alle individuen die daarin deelnemen. Natuurlijk is een dirigent meer dan een onderzoeker. Voor mij staat vast dat vanuit een grondhouding als ‘eerste onder gelijken’ alle functies van de dirigent optimaal zijn te realiseren, ook die van inspirator, leider op het podium en gezicht van de organisatie. De ambitie om ervaring en kennis te willen delen heeft ook betrekking op mijn eigen positie als dirigent en artistiek leider. Ik wil mijn manier van werken ook delen met jonge dirigenten en zoeken naar mogelijkheden om hen de mogelijkheid te geven om het ensemble te leiden op basis van de hierboven genoemde uitgangspunten.

Organisatie
De Stichting Johannes & Friends heeft een ANBI status en streeft ernaar om te werken volgens de Code Cultural Governance. Om het werk van het orkest mogelijk te maken wordt een kleine wendbare en efficiënte organisatie ingericht. Dat past bij mijn ideeën over de omvang van de bezetting, de functie van de dirigent en de actieven betrokkenheid van de musici.

Betalingsstructuur
De ambitie om musici op een eerlijke manier te betalen voor hun werk deelt de stichting met heel veel mensen en instellingen in en om de sector podiumkunsten. Met name nu landelijke fondsen en subsidienten voorwaarden zijn gaan stellen op het gebied van eerlijke betaling (Fair Pay), raakt iedereen meer doordrongen van het belang hiervan. De nadruk ligt dan al snel op minimale vergoeding per uur, al dan niet volgens een cao.
Voor mij gaat eerlijke beloning ook om verhoudingen binnen een organisatie. Volledige transparantie over de begroting en realisatie van alle projecten, maakt het mogelijk dat iedere betrokkene zich mede-eigenaar voelt. Deze manier van werken wil ik in alle projecten van het orkest invoeren.

Publiek
De relatie met het publiek is van levensbelang voor een orkest. Enkele jaren geleden heb ik voor het jaarlijks terugkerende project met uitvoeringen van de Matthäus Passion, 68 filmpjes gemaakt; voor elk van de delen van de passie een filmpje met uitleg over de betekenis van het verhaal en de werking van de muziek. De filmpjes staan online onder de naam De Matthäus volgens Johannes.
Dit project, en vooral ook de vele reacties daarop, heeft me duidelijk gemaakt dat de weg naar verdieping van de relatie tussen uitvoerenden en publiek op een natuurlijke manier kan voortvloeien uit gedeelde liefde voor de muziek en gedeelde belangstelling voor de uitvoeringswijze daarvan. Daarmee vond ik ook een uitweg uit de beperkte zienswijze dat publiek vooral consument zou zijn van het product muziek.
Ook in andere projecten heb ik inmiddels ervaring opgedaan met het maken van filmpjes en het geven van uitleg met het orkest op het podium. Dit alles resulteert in de mogelijkheid om te bouwen aan een gemeenschap van belangstellenden en betrokkenen. Deze manier van werken wil ik in de komende jaren integraal onderdeel maken van de werkwijze van het orkest.

Het is mijn overtuiging dat we met deze uitgangspunten, zowel artistiek inhoudelijk als ook als op het vlak van de inrichting van de organisatie een relevante rol kunnen spelen in het Nederlandse en internationale landschap van orkesten en ensembles.