Terugblik op Musica Sacra met onze Mahler 4

De start van het concertseizoen van de Nieuwe Philharmonie was echt uitzonderlijk. Nooit eerder brachten we zo’n groot orkest op de been; er waren 72 deelnemende musici. Voor het eerst sinds het begin van de twintigste eeuw klonk er weer een Mahler symfonie op darmsnaren in Nederland. Wij willen het publiek niet lastig vallen met onze afwegingen met betrekking tot de keuze van instrumenten voor onze projecten; alleen met wat er klinkt willen we overtuigen. Maar ons enthousiasme over het resultaat willen we graag met u delen.
Het strijkorkest klonk warm maar ook fel en wendbaar en altijd transparant, waardoor de lijnen in de meerstemmige schrijfwijze van Mahler steeds goed te volgen waren. De houten fluiten klonken heerlijk en het laat-negentiende-eeuwse slagwerk bracht iets minder decibellen maar heel veel meer kleur.
In de NRC schreef recensente Mischa Spel: “Een lyrische Mahler die je dwong je vertrouwde luisterkaders onder de loep te nemen. . . Oprecht, liefdevol en ook inhoudelijk authentiek.
Daar zijn we blij mee.
Afgelopen zondag vond de radiouitzending plaats van ons concert in de Sint-Theresiakerk te Maastricht in het kader van het Musica Sacra festival. Wij zijn de festival directie en het publiek dankbaar voor het feit dat ze dit opwindende avontuur samen met ons hebben willen aangaan en we zien uit naar de volgende editie, rond het thema “vergelden, verzoenen, vergeven”.
Piepjong” zo werd ons orkest genoemd in de NRC. Voor veel van onze musici was het inderdaad hun eerste Mahler symfonie: de voelbare opwinding daarover kwam de muziek ten goede. Vanaf de inleidende lezingen over Mengelberg door Frits Zwart (directeur van het Nederlands Muziek Instituut ) en over de esthetiek van laat negentiende-eeuwse strijkorkesten Antoinette Lohmann ( docent AHK en HKU ) tot en met de laatste noten van ons concert op zondagmiddag in TivoliVredenburg, was het project één grote inspirerende ontdekkingsreis.
Tenslotte wil ik onze soliste bedanken. Susanna Anderson’s zang was van uitzonderlijke kwaliteit. Suzanna zong alles uit het hoofd, ook het minder bekende “Magna res est amor” van Hendrik Andriessen, waarmee we het programma afsloten. Haar geweldige stem en superieure vocale beheersing stelde ze voortdurend in dienst van de muziek. In Mahler (beslist geen parodie! schreef de componist in zijn partituur) trof ze de perfecte toon en in Sibelius verbijsterde ze het orkest en het publiek met haar enorme dynamiek en indringende expressie. En passant maakte Susanna duidelijk dat er veel waarheid schuilt in de oude stelling dat hoe beter de zangeres is hoe minder er sprake is van flauwekul of diva-gedrag. Susanna Andersson was een schitterende soliste en een muzikant onder muzikanten.
Op naar ons volgende project, het nationaal Allerzielen concert op 2, 3, 4 en 5 november. Aanstaande vrijdag spreek ik dichter Karel Eykman over de teksten die hij zal voordragen. Mijn volgende blog gaat in op de muziek die ik voor dit jaar heb gekozen.