Voor het programma van het Allerzielen-concert van dit jaar koos ik muziek van J.S. Bach en diens achterneef Johann Christoph Bach en ook van Dietrich Buxtehude. Ik koos behalve het vierde Brandenburgse concert ook twee fameuze cantates: Komm du süße Todesstunde en de zogeheten Actus Tragicus.
Deze muziek behoort tot het mooiste dat Bach schreef, maar de teksten van beide cantates zijn doordrenkt van een doodsverlangen dat in onze tijd wellicht vreemd aandoet. Ik denk dat voor veel mensen de afkeer van de wereldlijke beslommeringen die er uit spreekt nog wel invoelbaar is, maar het wordt ingewikkeld als we een evenwicht moeten vinden tussen ons vreugdevolle verlangen om bij Jezus te zijn in de dood en het verdriet over het afscheid van alle mensen van wie we houden en met wie we het leven delen.
Met dichter Karel Eykman had ik een bespreking over de gedichten die hij zal voordragen tijdens de concerten. Mijn hart sprong op toen ik hem vurig hoorde betogen dat hij niet mee kon gaan in Mit Fried und Freud fahr ich dahin maar dat hij mensen wil bemoedigen in hun gerechtvaardigde woede over de dood. Na de edities van de voorgaande jaren waarin de dichters Anne Vegter en Bette Westera aansloten bij de teksten uit respectievelijk het requiem van Fauré (2015) en het Stabat Mater van Pergolesi (2016), tekende zich nu een editie af waarin de dichter in de oppositie zou gaan.
Dankzij mijn vrouw Mieke kende ik de Psalmdichten van Karel uit zijn bundel ‘Een knipoog van u zou al helpen’ en ook de mooie gedichten uit de verzamelbundel ‘Was ik zee’. Onze gedeelde bewondering voor zijn werk was de reden om Karel te vragen om mee te werken aan het Allerzielen concert 2017.
Maar pas toen ik met de 81 jarige dichter aan tafel zat en hem met vitale urgentie hoorde betogen dat hij wilde oproepen tot verzet tegen de dood door te leven, drong tot mij door dat hij een geweldig contrapunt ging bieden tegen de cantate-teksten. Dit jaar zal tijdens het Allerzielen concert tegenover de zoete klanken van Viola da gamba’s en blokfluiten die ons willen verleiden om al het aardse los te laten, met humor en woede de oproep van Karel Eykman klinken om ons tot het uiterste te verzetten tegen de dood.
De vraag of Karel’s contrapunt een tegenstem binnen hetzelfde stuk zal zijn of echt een tegenstelling oplevert met de strekking van de teksten in de cantates, vind ik moeilijk te beantwoorden. Ik vroeg het aan mijn vader, emeritus hoogleraar theologie, die mij vaker voor goedbedoelde onzin heeft behoed bij het schrijven over liturgische teksten.
In de protestantse theologie, zo schrijft hij, onderscheiden we de eerste en de tweede dood. “De eerste dood is de natuurlijke en onvermijdelijke afloop van alles wat leeft. De tweede is de huiveringwekkende crisis, die daaraan vooraf kan gaan. Het besef, dat alles wat wij gedroomd, gehoopt, gedaan en bevochten hebben lucht en leegte wordt, dat we straks niets meer kunnen goedmaken van wat we verzuimd, kapot gemaakt of misdaan hebben. Voor mij draait het bij Luther, bij Bach en bij mijzelf om de vreugde over en het vertrouwen in de boodschap dat Gods liefde ons daarvan redt en verlost, in leven en in sterven.”
Mij werd duidelijk dat er ook nog een andere tegenstelling aan de orde is; de tegenstelling tussen de doden en de levenden. Want ook voor hen die troost en vreugde vinden in het geloof blijft het gemis en het verdriet over de afwezigheid van de doden in het leven. Vooral in het stuk van Buxtehude wordt dat voor mij voelbaar. Eerst klinkt in vier mooie vormelijke meerstemmige zettingen de leer Mit Fried und Freud fahr ich dahin. Deze stukken zijn vierstemmig, de zanger zingt de koraaltekst op de originele lange noten, drie instrumentalisten begeleiden, elk met een eigen omspeling van de koraalmelodie. Aansluitend klinkt het eenvoudige klaaglied, zonder contrapuntische complicaties en wij horen het diepe verdriet van de componist over de dood van zijn vader.
Aan het eind van ons programma klinkt het prachtige motet Es ist nun aus met meinem Leben van Johann Christoph Bach. Kein Tröpflein ist mehr ins Fass zingen de acht zangers; het leven is tot de laatste druppel opgemaakt. Daarmee worden we er nog eens aan herinnerd dat niet de dood bijzonder is, maar het leven.
Kom en luister zelf naar ons Allerzielen programma in Zwolle, Groningen, Utrecht of Amsterdam op 2, 3, 4 of 5 november.